Psalmen. 136. Halleluja! Looft Jahweh, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig! Looft den God der goden: Zijn genade duurt eeuwig! Looft den Heer der heren: Zijn genade duurt eeuwig! Die grote wonderen doet, Hij alleen: Zijn genade duurt eeuwig! Die met wijsheid de hemelen schiep: Zijn genade duurt eeuwig! De aarde op de wateren legde: Zijn genade duurt eeuwig! De grote lichten heeft gemaakt: Zijn genade duurt eeuwig! De zon, om over de dag te heersen: Zijn genade duurt eeuwig! Maan en sterren, om te heersen over de nacht: Zijn genade duurt eeuwig! Die Egypte in zijn eerstgeborenen sloeg: Zijn genade duurt eeuwig! En Israël uit zijn midden voerde: Zijn genade duurt eeuwig! Met sterke hand, en vaste arm: Zijn genade duurt eeuwig! Die de Rode Zee in tweeën kliefde: Zijn genade duurt eeuwig! Israël erdoor deed gaan: Zijn genade duurt eeuwig! Maar Farao in de Rode Zee heeft gestort met zijn heir: Zijn genade duurt eeuwig! Die zijn volk door de woestijn heeft geleid: Zijn genade duurt eeuwig! Machtige vorsten versloeg: Zijn genade duurt eeuwig! Beroemde koningen doodde: Zijn genade duurt eeuwig! Sichon, den vorst der Amorieten: Zijn genade duurt eeuwig! Og, den koning van Basjan: Zijn genade duurt eeuwig! En alle vorsten van Kanaän: Zijn genade duurt eeuwig! Die hun land ten erfdeel gaf: Zijn genade duurt eeuwig! Tot bezit aan Israël; zijn dienaar: Zijn genade duurt eeuwig! Die in onze vernedering ons gedacht: Zijn genade duurt eeuwig! En ons van onzen vijand verloste: Zijn genade duurt eeuwig! Die voedsel geeft aan al wat leeft: Zijn genade duurt eeuwig! Looft den God der hemelen: Zijn genade duurt eeuwig!